uitsteken boven (v) (vergelijking) | sobrepasar (v) (vergelijking) |
uitsteken boven (v) (kwaliteit) | destacarse entre (v) (kwaliteit) |
uitsteken boven (v) (hoogte) | eclipsar (v) (hoogte) |
uitsteken boven (v) (kwaliteit) | eclipsar (v) (kwaliteit) |
uitsteken boven (v) (hoogte) | destacarse entre (v) (hoogte) |
uitsteken boven (v) (vergelijking) | superar (v) (vergelijking) |
uitsteken boven (v) (hoogte) | descollar sobre (v) (hoogte) |
uitsteken boven (v) (kwaliteit) | descollar sobre (v) (kwaliteit) |
uitsteken boven (v) (vergelijking) | sobresalir (v) (vergelijking) |
uitsteken boven (v) (hoogte) | dominar (v) (hoogte) |
uitsteken boven (v) (kwaliteit) | dominar (v) (kwaliteit) |